Ro Mogendorff

Mogendorff werd geboren als dochter van de joodse arts Emanuel Mogendorff en Aline Flesseman in de Oosterparkstraat in Amsterdam. Haar tweelingzus Isidora Frederika (1907-1985) werd onder de naam Do Hoogland bekend als actrice, zij was getrouwd met Albert van Dalsum. Het gezin woonde naast de schilder Willem Witsen, die ervoor zorgde dat Mogendorff toestemming kreeg van haar ouders om een opleiding aan de Dagtekenschool voor meisjes te gaan volgen. Ze kreeg daar les van Jan Uri. In 1924 werd Mogendorff toegelaten aan de Rijksacademie, waar ze Han van der Kop leerde kennen en een hechte vriendschapsband mee aan ging. Ze won toen ze 19 was de Cohen Godschalkprijs en kreeg vanaf haar 21e voor drie jaar een koninklijke subsidie toegekend. Twee jaar later opende ze een eigen atelier, samen met Paul Citroen.

Tijdens de Tweede Wereldoorlog dook Mogendorff onder. Ze besloot zich alleen nog op tekenen te richten en sloot zich na de oorlog aan bij de Nederlandse Kring van Tekenaars en Arti et Amicitiae. Ze exposeerde meerdere keren. De vriendschap het Han, die overleed in 1934, zette zij voort door contact te houden met Ad en Johanna van der Kop. Van correspondentie tussen hen worden in het Joods Historisch Museum enkele brieven bewaard van Johanna en Ad, welke ook in onze database zijn opgenomen. Door deze brieven weten we nu iets meer over het leven van Johanna en Ad.

In 1957 ontving zij als eerste de Prix de la Critique van de Association Internationale des Critiques d’Art. In 1967 werd ze benoemd tot Ridder in de Orde van Oranje-Nassau. Het laatste half jaar van haar leven woonde Mogendorff in het Rosa Spier Huis, waar ze op 62-jarige leeftijd overleed.

Zie ook: http://romogendorff.nl en de brieven zelf via “Zoeken op brief”  in de database.